Publications
Top Keywords
- Art. 10 EVRM (25)
- Art. 17 CDSM Directive (13)
- Artificial intelligence (72)
- Big data (12)
- Constitutional and administrative law (11)
- Consumer law (11)
- Content moderation (22)
- Copyright (188)
- Cybersecurity (10)
- Data protection (29)
- Data protection law (11)
- Digital Services Act (DSA) (32)
- Digital Single Market (13)
- EU (19)
- EU law (26)
- Europe (12)
- European Union (10)
- Fake news (14)
- Freedom of expression (46)
- Fundamental rights (18)
- GDPR (22)
- Human rights (31)
- Intellectual property (29)
- Internet (24)
- Journalism (15)
- Kluwer Information Law Series (43)
- Licensing (13)
- Media law (28)
- Online platforms (19)
- Patent law (20)
- Personal data (35)
- Platforms (24)
- Privacy (326)
- Regulation (11)
- Social media (11)
- Software (10)
- Surveillance (11)
- Text and Data Mining (TDM) (20)
- Trademark law (13)
- Transparency (19)
Boerkaverbod is juridisch onwerkbaar external link
Abstract
Het artikel stelt dat de aangekondigde wetgeving ter uitvoering van de motie Wilders, die het dragen van de boerka in het openbaar beoogt te verbieden, technisch onuitvoerbaar is, een fundamenteel beginsel van anonimiteit van de burger tegenover de (staats)macht schendt en boerka dragende vrouwen verder in de verdrukking zal brengen.
Grondrechten
RIS
Bibtex
Veilig Internet external link
Annotatie bij HR 17 oktober 2006 external link
Abstract
In dit arrest van de strafkamer van de Hoge Raad gaat het over een veroordeling wegens smaad omdat de schrijver in een opiniërend artikel in een in Nederland verschijnend Turks tijdschrift (in de Nederlandse taal) had beweerd dat de verkrachting van vier Nederlandse vrouwen en moord op één van hen, aan deze vrouwen zelf was te wijten door uitdagend gedrag. De schrijver wordt veroordeeld, omdat hij de feiten voor het schrijven van het artikel op geen enkele manier had geverifieerd. In de noot wordt ook ingegaan op de vraag of de columnist meer vrijheid heeft en geen feiten behoeft te onderzoeken. Deze vraag is door het vonnis van de voorzieningenrechter in de Moszkowicz-zaak weer actueel geworden, omdat de rechter meende dat Kelder 'maffiamaatje' als columnist mocht zeggen en zich niet strikt op feiten behoefde te baseren.
Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting
RIS
Bibtex
Annotatie bij EHRM 25 april 2006 (Dammann / Zwitserland) en EHRM 25 april 2006 (Stoll / Zwitserland) external link
Abstract
Schending van ambtsgeheim door journalisten. In deze zaken gaat het om strafrechtelijke veroordeling van een journalist wegens het gebruik van vertrouwelijke informatie. In de zaak Dammann wordt de journalist veroordeeld, omdat hij komt te beschikken over geheime informatie uit een strafrechtelijk dossier als gevolg van een aan de overheid toe te rekenen fout. Het Hof acht de veroordeling een schending van artikel 10 EVRM. In de zaak Stoll publiceert een journalist vertrouwelijke diplomatieke informatie over de opstelling die de Zwitserse regering moet innemen in het dossier van de aan Zwitserland toegevallen banktegoeden van Holocaust slachtoffers. De meerderheid van de kamer uit het Hof acht de veroordeling in strijd met artikel 10 EVRM.
Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting
RIS
Bibtex
Annotatie bij EHRM 29 maart 2005 (Alinak / Turkije), EHRM 13 september 2005 (iA / Turkije) en EHRM 31 januari 2006 (Giniewski / Frankrijk) external link
Abstract
In de eerste zaak ging het om een door de klager geschreven roman die door de Turkse autoriteiten in beslag is genomen, omdat deze zou kunnen aanzetten tot haat en geweld. Omdat het gaat om een roman – een artistieke expressie die slechts een klein publiek zal bereiken- zullen de gevolgen daarvan voor de openbare orde gering zijn. De inbeslagneming wordt niet noodzakelijk geacht in een democratische samenleving. Schending van artikel 10 EVRM. In de tweede zaak wordt een Turkse uitgever beboet wegens het uitgeven van een roman die vemeende beledigende passages over de profeet Mohammed bevat. Het Hof acht de boete noodzakelijk en proportioneel gezien de aanval op de profeet Mohammed, die beledigend wordt geacht, en de geringe hoogte van de boete. Geen schending van artikel 10 EVRM. In de derde zaak wordt in een in Frankrijk gepubliceerd artikel een verband gesuggereerd tussen de Holocaust en het beweerdelijke anti-judaïsme van het Christendom, in het bijzonder sommige passages in de bijbel. Het artikel trachtte vanuit historisch-journalistieke invalshoek een bijdrage te leveren aan een onderzoek naar de oorzaken van de Holocaust. Geen opzettelijke belediging en daarom schending van artikel 10 EVRM.
In de noot wordt de 'Turkse jurisprudentie' van het Hof over scheiding van kerk en staat, politieke expressie in Turkije en conflicten tussen godsdienst en meningsuiting op een rij gezet. Voorts geeft de noot een kritische analyse van de jurisprudentie van het Hof over artistieke expressie in relatie tot godsdienst, moraal en politiek. Het bepleit een andere aanpak dan die het Hof op basis van de Handyside jurisprudentie nog steeds volgt.
In de noot wordt de 'Turkse jurisprudentie' van het Hof over scheiding van kerk en staat, politieke expressie in Turkije en conflicten tussen godsdienst en meningsuiting op een rij gezet. Voorts geeft de noot een kritische analyse van de jurisprudentie van het Hof over artistieke expressie in relatie tot godsdienst, moraal en politiek. Het bepleit een andere aanpak dan die het Hof op basis van de Handyside jurisprudentie nog steeds volgt.
Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting
RIS
Bibtex
Klachten over mediapublicaties: Een onderzoek naar de mogelijkheden van eenvoudig toegankelijke niet-rechterlijke procedures external link
Auteursrecht op parfum: De definitieve verdamping van het werkbegrip external link
Abstract
In dit artikel wordt naar aanleiding van het Hoge Raad arrest over het auteursrecht op parfum, het werkbegrip in het auteursrecht bekritiseerd, omdat het geen duidelijke afbakening (meer) geeft ten opzichte van technische vindingen en toepassingen.
Auteursrecht, Intellectuele eigendom
RIS
Bibtex
Annotatie bij EHRM 30 november 2006 (Veraart / Nederland) external link
Abstract
Vrijheid van meningsuiting van Nederlandse advocaat. Ter behartiging van de belangen van zijn cliënt neemt deze in een radio-interview kritisch stelling tegen het optreden van een gedragstherapeut die, volgens hem, door middel van regressietherapie zijn patiënte valse getuigenissen in de mond had gelegd die schadelijk waren voor de reputatie van zijn cliënt. Het Hof van Discipline, de hoogste Nederlandse tuchtrechter van advocaten, legt hem voor deze openbare uitingen een disciplinaire sanctie op. Het EHRM constateert een schending van artikel 10 EVRM omdat het HvD geen onderzoek had ingesteld naar de professionele competentie van de gedragstherapeut en de feitelijke basis van de beweringen van de advocaat. De noot bespreekt onder 10 ook de uitspraken van het Hof Amsterdam uit mei 2007 in de zaken Kelder/Moszkowicz en De Vereniging tegen Kwakzalverij/Sickesz (manueel therapeute). In de eerste achtte het Hof de uitlating dat een strafrechtadvocaat een 'beroepsleugenaar' is een toelaatbaar negatief waardeoordeel, in de tweede zaak verbood hij als ontoelaatbaar het gebruik van het negatieve waardeoordeel 'kwakzalver' en 'notoire genezer'. De annotator acht beide beslissingen in strijd met de rechtspraak van het EHRM.
Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting
RIS
Bibtex
Annotatie bij EHRM 9 februari 2012 (Vedjeland e.a. / Zweden) external link
Abstract
Strafrechtelijke veroordeling tot boete en voorwaardelijke gevangenisstraf wegens het verspreiden van homofobische pamfletten op een middelbare school. Bescherming van de reputatie en rechten van anderen. Beoordelingsmarge nationale rechter. Geen inbreuk op vrijheid van meningsuiting.
Grondrechten, Vrijheid van meningsuiting