Intellectual Property and Sports: Essays in Honour of P. Bernt Hugenholtz external link

Kluwer Law International, 0909, Series: Information Law Series, ISBN: 9789403537337

Abstract

Intellectual Property and Sports celebrates the enormous achievements of Professor Bernt Hugenholtz in the field of intellectual property and information law. Renowned intellectual property law expert Bernt Hugenholtz once warned, chiding the voracity of copyright, that reducing the subject matter test to mere originality and personal stamp might lead to ‘infinite expansion of the concept of the work of authorship. Anything touched by human hand, including for instance sports performances, would be deemed a work’. Focus on sports-related intellectual property issues offers an ideal starting point for exploring core questions on information law. Legal rules in sports and intellectual property evolve in a climate pervaded by powerful lobby pressures with new technologies that have a profound impact on developments in the sports arena. Indeed, the applicability of copyright law on sports events and players’ moves is one of the many topics discussed in this volume, which spans issues from those related to players and their performances and achievements, via those relevant to sports event organisers and clubs, to questions concerning event reporting and data and the growing role of AI technologies in sports.

frontpage, Intellectuele eigendom, Kluwer Information Law Series, sports

Bibtex

Book{ils2021, title = {Intellectual Property and Sports: Essays in Honour of P. Bernt Hugenholtz}, author = {Senftleben, M. and Poort, J. and van Eechoud, M. and van Gompel, S. and Helberger, N.}, url = {https://lrus.wolterskluwer.com/store/product/intellectual-property-and-sports-essays-in-honour-of-p-bernt-hugenholtz/}, year = {0909}, date = {2021-09-09}, volume = {46}, pages = {}, abstract = {Intellectual Property and Sports celebrates the enormous achievements of Professor Bernt Hugenholtz in the field of intellectual property and information law. Renowned intellectual property law expert Bernt Hugenholtz once warned, chiding the voracity of copyright, that reducing the subject matter test to mere originality and personal stamp might lead to ‘infinite expansion of the concept of the work of authorship. Anything touched by human hand, including for instance sports performances, would be deemed a work’. Focus on sports-related intellectual property issues offers an ideal starting point for exploring core questions on information law. Legal rules in sports and intellectual property evolve in a climate pervaded by powerful lobby pressures with new technologies that have a profound impact on developments in the sports arena. Indeed, the applicability of copyright law on sports events and players’ moves is one of the many topics discussed in this volume, which spans issues from those related to players and their performances and achievements, via those relevant to sports event organisers and clubs, to questions concerning event reporting and data and the growing role of AI technologies in sports.}, keywords = {frontpage, Intellectuele eigendom, Kluwer Information Law Series, sports}, }

Data na de dood – juridische aspecten van digitale nalatenschappen external link

van Eechoud, M., Ausloos, J., Loos, M., Mak, C., Reinhartz, B., Schumacher, L.D. & Pol, L.
2021

Abstract

Jaarlijks overlijden ruim 150.000 mensen en worden er dus ook ongeveer evenveel nalatenschappen afgewikkeld. Vrijwel zonder uitzondering laten overledenen digitale ‘bezittingen’ achter, zoals sociale media-accounts, e-mails, documenten opgeslagen in de cloud en (gebruiksrechten op) allerlei media en entertainment. De vraag is of het huidige Nederlandse wettelijk kader voldoende handvatten biedt om de bij afwikkeling van digitale nalatenschappen gemoeide private en publieke belangen te behartigen. De centrale onderzoeksvraag van deze studie is: Welke eventuele aanpassingen van het Nederlandse wettelijke kader zijn wenselijk met het oog op de adequate bescherming van private en publieke belangen gemoeid met het regelen en afwikkelen van digitale nalatenschappen? Voor de beantwoording van deze vraag is om te beginnen een analyse gedaan van het beleid van aanbieders van veelgebruikte informatiediensten rond overlijden, en van de relevante voorwaarden die zij hanteren. Bronnen voor de analyse zijn gebruikersovereenkomsten, algemene voorwaarden, privacy policies en andere (openbare) documenten zoals FAQ’s. Informatiediensten aanbieders zijn onderscheiden in digitale mediadiensten (commercieel aanbod zoals streaming video of -muziek), communicatiediensten (waaronder sociale media en berichtendiensten) en ICT-diensten (o.a. cloudopslag en digitale kluizen). Vervolgens is het relevante wettelijke kader beschreven en zijn onduidelijkheden daarin geïdentificeerd. Naast het erfrecht, betreft dit het overeenkomstenrecht en dan in het bijzonder consumentenrecht, intellectuele eigendomsrechten (met name auteursrecht), persoonlijkheidsrechten en gegevensbeschermingsrecht (Algemene Verordening Gegevensbescherming). Ook het algemene vermogensrecht is van belang, voor zover betrekking hebbend op de vraag welk digitaal ‘bezit’ in de nalatenschap valt. Tot slot is met het oog op het formuleren van oplossingsrichtingen, naar een selectie van wetgeving in andere landen gekeken.

algemene voorwaarden, digitale nalatenschap, erfrecht, frontpage, Intellectuele eigendom, Privacy

Bibtex

Report{vanEechoud2021bb, title = {Data na de dood – juridische aspecten van digitale nalatenschappen}, author = {van Eechoud, M. and Ausloos, J. and Loos, M. and Mak, C. and Reinhartz, B. and Schumacher, L.D. and Pol, L.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/Data-na-de-dood.pdf}, year = {2021}, date = {2021-07-08}, abstract = {Jaarlijks overlijden ruim 150.000 mensen en worden er dus ook ongeveer evenveel nalatenschappen afgewikkeld. Vrijwel zonder uitzondering laten overledenen digitale ‘bezittingen’ achter, zoals sociale media-accounts, e-mails, documenten opgeslagen in de cloud en (gebruiksrechten op) allerlei media en entertainment. De vraag is of het huidige Nederlandse wettelijk kader voldoende handvatten biedt om de bij afwikkeling van digitale nalatenschappen gemoeide private en publieke belangen te behartigen. De centrale onderzoeksvraag van deze studie is: Welke eventuele aanpassingen van het Nederlandse wettelijke kader zijn wenselijk met het oog op de adequate bescherming van private en publieke belangen gemoeid met het regelen en afwikkelen van digitale nalatenschappen? Voor de beantwoording van deze vraag is om te beginnen een analyse gedaan van het beleid van aanbieders van veelgebruikte informatiediensten rond overlijden, en van de relevante voorwaarden die zij hanteren. Bronnen voor de analyse zijn gebruikersovereenkomsten, algemene voorwaarden, privacy policies en andere (openbare) documenten zoals FAQ’s. Informatiediensten aanbieders zijn onderscheiden in digitale mediadiensten (commercieel aanbod zoals streaming video of -muziek), communicatiediensten (waaronder sociale media en berichtendiensten) en ICT-diensten (o.a. cloudopslag en digitale kluizen). Vervolgens is het relevante wettelijke kader beschreven en zijn onduidelijkheden daarin geïdentificeerd. Naast het erfrecht, betreft dit het overeenkomstenrecht en dan in het bijzonder consumentenrecht, intellectuele eigendomsrechten (met name auteursrecht), persoonlijkheidsrechten en gegevensbeschermingsrecht (Algemene Verordening Gegevensbescherming). Ook het algemene vermogensrecht is van belang, voor zover betrekking hebbend op de vraag welk digitaal ‘bezit’ in de nalatenschap valt. Tot slot is met het oog op het formuleren van oplossingsrichtingen, naar een selectie van wetgeving in andere landen gekeken.}, keywords = {algemene voorwaarden, digitale nalatenschap, erfrecht, frontpage, Intellectuele eigendom, Privacy}, }

Why a COVID IP Waiver Is not a Good Strategy external link

2021

Abstract

The COVID-19 pandemic has a profound influence on all aspects of society. The development of successful vaccines in record speed is almost a miracle. But despite the successful development and approval of multiple vaccines, many people still die of this terrible disease, and there is an urgent need to see more vaccines manufactured and distributed across the globe. The proposed COVID-19 IP waiver has been touted by some to be the perfect solution to a terrible problem. We all agree that there is a terrible problem of insufficient vaccines to inoculate the world population. An IP waiver is not a good strategy however, to tackle this crisis. There are multiple more effective solution conceivable which do not require a very disruptive IP waiver. The problem of insufficient supply is much more complicated than a simple IP waiver suggests. This is a complex ecosystem, and there are many moving parts. Moreover, IP rights are only part of the problem relating to more supply of vaccine or therapeutics. In view of the complexities, it will probably take many months to negotiate any kind of IP waiver system that would be acceptable to all WTO member states, if consensus could be reached at all. And the end result is likely to satisfy very few if any countries. The legality of an IP waiver can be doubted, and it would require retro-active effect, a concept that should be extremely sparingly used. A multitude of complex issues needs to be sorted out. There are hundreds of patents to navigate. A waiver to the equally patented vaccine platform technology (covering many patents), which may be used to develop any other vaccine, will make those companies who have invested heavily into developing it very nervous indeed, to say the least. Crucial manufacturing know-how is often not protected by IP rights, but is kept secret, and it will be difficult to force companies to disclose that information, also because one does not know what to ask for. The present IP waiver proposal also provides for a disclosure of commercially very sensitive information. Companies did not have a chance to adapt their regulatory disclosure strategies to this new reality, which means that information which will be disclosed under the waiver could very well have a major negative impact on future innovation strategies, and may also hamper competitive advantage or leverage. Market exclusivity is arguably not covered by the IP waiver, which means that separate national statutory intervention will be required to ensure that this market exclusivity is set aside, absent of which the IP waiver cannot have any practical effect. A quick and determined use of compulsory licensing could be a better way forward, as they have the potential to be a powerful tool. There are inefficiencies in using the instrument however, and invoking them when the need is high will require a relatively long lead time before they sort practical effect. They also require additional statutory intervention to ensure that regulatory exclusivities do not block their practical effect. And they might not necessarily work as well with low and middle-income countries, who would have less leverage in the negotiations. More efficient solutions can be arrived at by introducing hard clauses into contracts in the context of push and pull mechanisms. Those obligations are much more likely to result in more supply in the shorter to medium term if they are agreed upon long before the vaccine enters the market. It is obviously too late for the contracts that have been concluded in the past, but it should be a template for the future.

access to drugs, covid-19, data exclusivity, frontpage, intellectual property rights, Intellectuele eigendom, market exclusivity, Octrooirecht, pandemic, patents, population health, SARS-CoV-2, trade secrets, TRIPS, vaccines, waiver, WTO

Bibtex

Article{Bostyn2021, title = {Why a COVID IP Waiver Is not a Good Strategy}, author = {Bostyn, S.}, url = {https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=3843327}, year = {0517}, date = {2021-05-17}, abstract = {The COVID-19 pandemic has a profound influence on all aspects of society. The development of successful vaccines in record speed is almost a miracle. But despite the successful development and approval of multiple vaccines, many people still die of this terrible disease, and there is an urgent need to see more vaccines manufactured and distributed across the globe. The proposed COVID-19 IP waiver has been touted by some to be the perfect solution to a terrible problem. We all agree that there is a terrible problem of insufficient vaccines to inoculate the world population. An IP waiver is not a good strategy however, to tackle this crisis. There are multiple more effective solution conceivable which do not require a very disruptive IP waiver. The problem of insufficient supply is much more complicated than a simple IP waiver suggests. This is a complex ecosystem, and there are many moving parts. Moreover, IP rights are only part of the problem relating to more supply of vaccine or therapeutics. In view of the complexities, it will probably take many months to negotiate any kind of IP waiver system that would be acceptable to all WTO member states, if consensus could be reached at all. And the end result is likely to satisfy very few if any countries. The legality of an IP waiver can be doubted, and it would require retro-active effect, a concept that should be extremely sparingly used. A multitude of complex issues needs to be sorted out. There are hundreds of patents to navigate. A waiver to the equally patented vaccine platform technology (covering many patents), which may be used to develop any other vaccine, will make those companies who have invested heavily into developing it very nervous indeed, to say the least. Crucial manufacturing know-how is often not protected by IP rights, but is kept secret, and it will be difficult to force companies to disclose that information, also because one does not know what to ask for. The present IP waiver proposal also provides for a disclosure of commercially very sensitive information. Companies did not have a chance to adapt their regulatory disclosure strategies to this new reality, which means that information which will be disclosed under the waiver could very well have a major negative impact on future innovation strategies, and may also hamper competitive advantage or leverage. Market exclusivity is arguably not covered by the IP waiver, which means that separate national statutory intervention will be required to ensure that this market exclusivity is set aside, absent of which the IP waiver cannot have any practical effect. A quick and determined use of compulsory licensing could be a better way forward, as they have the potential to be a powerful tool. There are inefficiencies in using the instrument however, and invoking them when the need is high will require a relatively long lead time before they sort practical effect. They also require additional statutory intervention to ensure that regulatory exclusivities do not block their practical effect. And they might not necessarily work as well with low and middle-income countries, who would have less leverage in the negotiations. More efficient solutions can be arrived at by introducing hard clauses into contracts in the context of push and pull mechanisms. Those obligations are much more likely to result in more supply in the shorter to medium term if they are agreed upon long before the vaccine enters the market. It is obviously too late for the contracts that have been concluded in the past, but it should be a template for the future.}, keywords = {access to drugs, covid-19, data exclusivity, frontpage, intellectual property rights, Intellectuele eigendom, market exclusivity, Octrooirecht, pandemic, patents, population health, SARS-CoV-2, trade secrets, TRIPS, vaccines, waiver, WTO}, }

Annex Guidelines on Intellectual Property and Private International Law (“Kyoto Guidelines”) external link

van Eechoud, M. & as part of ILA Committee:
JIPITEC, vol. 12, num: 1, pp: 86-93, 2021

frontpage, Intellectuele eigendom, internationaal privaatrecht

Bibtex

Article{onProperty2021, title = {Annex Guidelines on Intellectual Property and Private International Law (“Kyoto Guidelines”)}, author = {van Eechoud, M. and as part of ILA Committee:}, url = {https://www.jipitec.eu/issues/jipitec-12-1-2021/5252}, year = {0511}, date = {2021-05-11}, journal = {JIPITEC}, volume = {12}, number = {1}, pages = {86-93}, keywords = {frontpage, Intellectuele eigendom, internationaal privaatrecht}, }

International Law Association’s Guidelines on Intellectual Property and Private International Law (“Kyoto Guidelines”): Applicable Law external link

Ancel, M-E., Binctin, N., Drexl, J., van Eechoud, M., Ginsburg, J.C., Kono, T., Lee, G., Matulionyte, R., Treppoz, E. & Moura Vicente, D.
JIPITEC, vol. 12, num: 1, pp: 44-73, 2021

Abstract

The chapter “Applicable Law” of the International Law Association’s Guidelines on Intellectual Property and Private International Law (“Kyoto Guidelines”) provides principles on the choice of law in international intellectual property matters. The Guidelines confirm the traditional principle of the lex loci protection is for the existence, transferability, scope and infringement of intellectual property rights. The law applicable to the initial ownership of registered rights is governed by the lex loci protection is whereas the law of the closest connection is applied to determine the ownership of copyright. For contracts, freedom of choice is acknowledged. With regard to ubiquitous or multi-state infringement and collective rights management in the field of copyright, the Guidelines suggest innovative solutions. Finally, the chapter contains a Guideline on the law applicable to the arbitrability of disputes.

frontpage, Intellectuele eigendom, internationaal privaatrecht

Bibtex

Article{Ancel2021, title = {International Law Association’s Guidelines on Intellectual Property and Private International Law (“Kyoto Guidelines”): Applicable Law}, author = {Ancel, M-E. and Binctin, N. and Drexl, J. and van Eechoud, M. and Ginsburg, J.C. and Kono, T. and Lee, G. and Matulionyte, R. and Treppoz, E. and Moura Vicente, D.}, url = {https://www.jipitec.eu/issues/jipitec-12-1-2021/5247/jipitec%20-12_1_2021_applicable_law.pdf}, year = {0511}, date = {2021-05-11}, journal = {JIPITEC}, volume = {12}, number = {1}, pages = {44-73}, abstract = {The chapter “Applicable Law” of the International Law Association’s Guidelines on Intellectual Property and Private International Law (“Kyoto Guidelines”) provides principles on the choice of law in international intellectual property matters. The Guidelines confirm the traditional principle of the lex loci protection is for the existence, transferability, scope and infringement of intellectual property rights. The law applicable to the initial ownership of registered rights is governed by the lex loci protection is whereas the law of the closest connection is applied to determine the ownership of copyright. For contracts, freedom of choice is acknowledged. With regard to ubiquitous or multi-state infringement and collective rights management in the field of copyright, the Guidelines suggest innovative solutions. Finally, the chapter contains a Guideline on the law applicable to the arbitrability of disputes.}, keywords = {frontpage, Intellectuele eigendom, internationaal privaatrecht}, }

Trends and Developments in Artificial Intelligence: Challenges to the Intellectual Property Rights Framework: Final Report external link

Hugenholtz, P., Quintais, J., Gervais, D.J., Hartmann, C. & Allan, J.
2020

Abstract

This report examines copyright and patent protection in Europe for AI-assisted outputs in general and in three priority domains: science (in particular, meteorology), media (journalism), and pharmaceutical research. It comprises an assessment of the state of the art of uses of AI in the three focus areas, and a legal analysis of how IP laws currently apply to AI-assisted creative and innovative outputs. The report concludes that the current state of the art in AI does not require or justify immediate substantive changes in copyright and patent law in Europe. The existing concepts of copyright and patent law are sufficiently abstract and flexible to meet the current challenges from AI. In addition, related rights regimes potentially extend to ‘authorless’ AI productions in a variety of sectors, and the sui generis database right may offer protection to AI-produced databases resulting from substantial investment. However, taking into account the practical implications of AI technologies, the report identifies specific avenues for future legal reform (if justified by empirical evidence), offers recommendations for improvements in the application of existing rules (e.g. via guidelines), and highlights the need to study the role of alternative IP regimes to protect AI-assisted outputs, such as trade secret protection, unfair competition and contract law.

Artificial intelligence, frontpage, Intellectuele eigendom

Bibtex

Report{Hugenholtz2020f, title = {Trends and Developments in Artificial Intelligence: Challenges to the Intellectual Property Rights Framework: Final Report}, author = {Hugenholtz, P. and Quintais, J. and Gervais, D.J. and Hartmann, C. and Allan, J.}, url = {https://op.europa.eu/en/publication-detail/-/publication/394345a1-2ecf-11eb-b27b-01aa75ed71a1/language-en https://www.ivir.nl/publicaties/download/Trends_and_Developments_in_Artificial_Intelligence-1.pdf}, year = {1127}, date = {2020-11-27}, abstract = {This report examines copyright and patent protection in Europe for AI-assisted outputs in general and in three priority domains: science (in particular, meteorology), media (journalism), and pharmaceutical research. It comprises an assessment of the state of the art of uses of AI in the three focus areas, and a legal analysis of how IP laws currently apply to AI-assisted creative and innovative outputs. The report concludes that the current state of the art in AI does not require or justify immediate substantive changes in copyright and patent law in Europe. The existing concepts of copyright and patent law are sufficiently abstract and flexible to meet the current challenges from AI. In addition, related rights regimes potentially extend to ‘authorless’ AI productions in a variety of sectors, and the sui generis database right may offer protection to AI-produced databases resulting from substantial investment. However, taking into account the practical implications of AI technologies, the report identifies specific avenues for future legal reform (if justified by empirical evidence), offers recommendations for improvements in the application of existing rules (e.g. via guidelines), and highlights the need to study the role of alternative IP regimes to protect AI-assisted outputs, such as trade secret protection, unfair competition and contract law.}, keywords = {Artificial intelligence, frontpage, Intellectuele eigendom}, }

Bekeert Brussel zich tot artikel 8 Databankenwet? Opendatabeleid en de IE-positie van de publieke sector na herziening Richtlijn hergebruik overheidsinformatie external link

AMI, vol. 2018, num: 4, pp: 127-133, 2018

Abstract

De Europese Commissie zet in het kader van de ‘data-economiestrategie’ nieuwe stappen op het terrein van opendatabeleid. Het voorstel tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EC inzake hergebruik van overheidsinformatie (PSI Directive) legt de mogelijkheid voor (semi)publieke instellingen om databank- en auteursrechten uit te oefenen verder aan banden. Er komt een vergaand verbod op de uitoefening van databankrechten. Ook vallen er straks meer semipublieke databronnen onder de hergebruikregels, uit nutssectoren, transport en onderzoek. Een analyse van de plannen.

Auteursrecht, Databankenrecht, frontpage, Intellectuele eigendom, Open Data, publieke sector, Richtlijn hergebruik overheidsinformatie

Bibtex

Article{vanEechoud2018, title = {Bekeert Brussel zich tot artikel 8 Databankenwet? Opendatabeleid en de IE-positie van de publieke sector na herziening Richtlijn hergebruik overheidsinformatie}, author = {van Eechoud, M.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/AMI_2018_4.pdf}, year = {0918}, date = {2018-09-18}, journal = {AMI}, volume = {2018}, number = {4}, pages = {127-133}, abstract = {De Europese Commissie zet in het kader van de ‘data-economiestrategie’ nieuwe stappen op het terrein van opendatabeleid. Het voorstel tot wijziging van Richtlijn 2003/98/EC inzake hergebruik van overheidsinformatie (PSI Directive) legt de mogelijkheid voor (semi)publieke instellingen om databank- en auteursrechten uit te oefenen verder aan banden. Er komt een vergaand verbod op de uitoefening van databankrechten. Ook vallen er straks meer semipublieke databronnen onder de hergebruikregels, uit nutssectoren, transport en onderzoek. Een analyse van de plannen.}, keywords = {Auteursrecht, Databankenrecht, frontpage, Intellectuele eigendom, Open Data, publieke sector, Richtlijn hergebruik overheidsinformatie}, }

Effects of Supplementary Protection Mechanisms for Pharmaceutical Products external link

Jongh, T. de, Radauer, A., Bostyn, S. & Poort, J.
2018

bescherming, frontpage, Intellectuele eigendom, medicijnen, pharmaceutische industrie

Bibtex

Report{Jongh2018, title = {Effects of Supplementary Protection Mechanisms for Pharmaceutical Products}, author = {Jongh, T. de and Radauer, A. and Bostyn, S. and Poort, J.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/effects-of-supplementary-protection-mechanisms-for-pharmaceutical-products.pdf}, year = {0619}, date = {2018-06-19}, keywords = {bescherming, frontpage, Intellectuele eigendom, medicijnen, pharmaceutische industrie}, }

De ‘protective letter’ niet langer ‘protected’: Het recht op afschrift van de grijsmakingsbrief in IE-zaken, en daarbuiten external link

Berichten Industriële Eigendom, vol. 2017, num: 1, pp: 16-19, 2017

Abstract

Dit artikel gaat over goede procesorde, intellectuele eigendom en de verstrekking van zogenaamde 'grijsmakingsbrieven'. In veel landen kunnen beweerdelijke inbreukmakers die vermoeden dat ze getroffen gaan worden door een beslag of verbod pro-actief een grijsmakingsbrief indienen om de gestelde inbreuk te weerleggen. Dit artikel legt het juridisch systeem in Nederland uit in vergelijking met Duitsland en betoogt dat rechthebbenden recht hebben op afschrift van een dergelijke grijsmakingsbrief. Dit artikel was gepubliceerd in een gespecialiseerd vakblad in Nederland op het gebied van intellectuel eigendomsrecht, volgend op een succesvol openbaarmakingsverzoek van de auteur in een octrooigeschil in Nederland. Het is ook relevant voor andere IE-procedures op het gebied van bijv. merkenrecht, auteursrecht, modellenrecht en internetrecht.

frontpage, grijsmakingsbrieven, inbreuk, Intellectuele eigendom

Bibtex

Article{Tsoutsanis2017b, title = {De ‘protective letter’ niet langer ‘protected’: Het recht op afschrift van de grijsmakingsbrief in IE-zaken, en daarbuiten}, author = {Tsoutsanis, A.}, url = {https://papers.ssrn.com/sol3/papers.cfm?abstract_id=2933514}, year = {0609}, date = {2017-06-09}, journal = {Berichten Industriële Eigendom}, volume = {2017}, number = {1}, pages = {16-19}, abstract = {Dit artikel gaat over goede procesorde, intellectuele eigendom en de verstrekking van zogenaamde \'grijsmakingsbrieven\'. In veel landen kunnen beweerdelijke inbreukmakers die vermoeden dat ze getroffen gaan worden door een beslag of verbod pro-actief een grijsmakingsbrief indienen om de gestelde inbreuk te weerleggen. Dit artikel legt het juridisch systeem in Nederland uit in vergelijking met Duitsland en betoogt dat rechthebbenden recht hebben op afschrift van een dergelijke grijsmakingsbrief. Dit artikel was gepubliceerd in een gespecialiseerd vakblad in Nederland op het gebied van intellectuel eigendomsrecht, volgend op een succesvol openbaarmakingsverzoek van de auteur in een octrooigeschil in Nederland. Het is ook relevant voor andere IE-procedures op het gebied van bijv. merkenrecht, auteursrecht, modellenrecht en internetrecht.}, keywords = {frontpage, grijsmakingsbrieven, inbreuk, Intellectuele eigendom}, }