Annotatie Hoge Raad 3 december 2021 (Hoist Finance AB) download

Nederlandse Jurisprudentie, iss. : 37/38/39, num: 258, pp: 4640-4642, 2022

Abstract

Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Rechtsgrond verwerking persoonsgegevens in kredietregistratiestelsel BKR; recht op gegevenswissing; recht op bezwaar.

Annotaties, AVG, Privacy

Bibtex

Article{nokey, title = {Annotatie Hoge Raad 3 december 2021 (Hoist Finance AB)}, author = {Dommering, E.}, url = {https://www.ivir.nl/publications/annotatie-hoge-raad-3-december-2021-hoist-finance-ab/annotatie_nj_2022_258/}, year = {2022}, date = {2022-11-28}, journal = {Nederlandse Jurisprudentie}, issue = {37/38/39}, number = {258}, abstract = {Prejudiciële beslissing op voet art. 392 Rv. Algemene verordening gegevensbescherming (AVG). Rechtsgrond verwerking persoonsgegevens in kredietregistratiestelsel BKR; recht op gegevenswissing; recht op bezwaar.}, keywords = {Annotaties, AVG, Privacy}, }

Defining the scope of AI ADM system risk assessment external link

Janssen, H., Seng Ah Lee, M., Singh, J. & Cobbe, J.
Research handbook on EU data protection law, E. Kosta, R. Leenes & I. Kamara (ed.), Edgar Elgar Publishing, 0616, pp: 405-434

frontpage, Privacy, Recht op gegevensbescherming

Bibtex

Chapter{nokey, title = {Defining the scope of AI ADM system risk assessment}, author = {Janssen, H. and Seng Ah Lee, M. and Singh, J. and Cobbe, J.}, year = {0616}, date = {2022-06-16}, keywords = {frontpage, Privacy, Recht op gegevensbescherming}, }

A Matter of (Joint) control? Virtual assistants and the general data protection regulation external link

Computer Law & Security Review, vol. 45, 2022

Abstract

This article provides an overview and critical examination of the rules for determining who qualifies as controller or joint controller under the General Data Protection Regulation. Using Google Assistant – an artificial intelligence-driven virtual assistant – as a case study, we argue that these rules are overreaching and difficult to apply in the present-day information society and Internet of Things environments. First, as a consequence of recent developments in case law and supervisory guidance, these rules lead to a complex and ambiguous test to determine (joint) control. Second, due to advances in technological applications and business models, it is increasingly challenging to apply such rules to contemporary processing operations. In particular, as illustrated by the Google Assistant, individuals will likely be qualified as joint controllers, together with Google and also third-party developers, for at least the collection and possible transmission of other individuals’ personal data via the virtual assistant. Third, we identify follow-on issues relating to the apportionment of responsibilities between joint controllers and the effective and complete protection of data subjects. We conclude by questioning whether the framework for determining who qualifies as controller or joint controller is future-proof and normatively desirable.

frontpage, GDPR, Privacy, Recht op gegevensbescherming

Bibtex

Article{nokey, title = {A Matter of (Joint) control? Virtual assistants and the general data protection regulation}, author = {Mil, J. van and Quintais, J.}, doi = {https://doi.org/https://doi.org/10.1016/j.clsr.2022.105689}, year = {0616}, date = {2022-06-16}, journal = {Computer Law & Security Review}, volume = {45}, pages = {}, abstract = {This article provides an overview and critical examination of the rules for determining who qualifies as controller or joint controller under the General Data Protection Regulation. Using Google Assistant – an artificial intelligence-driven virtual assistant – as a case study, we argue that these rules are overreaching and difficult to apply in the present-day information society and Internet of Things environments. First, as a consequence of recent developments in case law and supervisory guidance, these rules lead to a complex and ambiguous test to determine (joint) control. Second, due to advances in technological applications and business models, it is increasingly challenging to apply such rules to contemporary processing operations. In particular, as illustrated by the Google Assistant, individuals will likely be qualified as joint controllers, together with Google and also third-party developers, for at least the collection and possible transmission of other individuals’ personal data via the virtual assistant. Third, we identify follow-on issues relating to the apportionment of responsibilities between joint controllers and the effective and complete protection of data subjects. We conclude by questioning whether the framework for determining who qualifies as controller or joint controller is future-proof and normatively desirable.}, keywords = {frontpage, GDPR, Privacy, Recht op gegevensbescherming}, }

Naar een algemeen transparantiebeginsel? : Bespreking van het preadvies van A.W.G.J. Buijze voor de VAR 2022 external link

Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht, iss. : 5, num: 141, pp: 265-271, 2022

frontpage, openbaarheid, Overheidsinformatie, Privacy, transparantie

Bibtex

Article{nokey, title = {Naar een algemeen transparantiebeginsel? : Bespreking van het preadvies van A.W.G.J. Buijze voor de VAR 2022}, author = {Dommering, E.}, url = {https://www.ivir.nl/ntb_2022_5_141/}, year = {0607}, date = {2022-06-07}, journal = {Nederlands Tijdschrift voor Bestuursrecht}, issue = {5}, number = {141}, keywords = {frontpage, openbaarheid, Overheidsinformatie, Privacy, transparantie}, }

Knock Knock Who’s There? Tussenpersonen, persoonsgegevens en de kunst van het juiste evenwicht external link

Ars Aequi, iss. : april, pp: 279-288, 2022

Abstract

Wat te doen als je op Twitter door een anoniem profiel voor rotte vis wordt uitgemaakt? Het Nederlandse recht biedt verschillende mogelijkheden om identificerende gegevens te verkrijgen van internettussenpersonen. Maar hoe wordt de afweging met de bescherming van de persoonsgegevens van de anonymus gemaakt? Hoe verhoudt het recht op een doeltreffende voorziening in rechte zich tot het gegevensbeschermingsrecht? Het Hof van Justitie schrijft voor dat bij botsende fundamentele rechten het ‘juiste evenwicht’ moet worden gevonden. Dat blijkt de Nederlandse rechter nog niet zo eenvoudig te vinden, zo wordt duidelijk bij de bespreking van het Dutch FilmWorks-arrest in dit artikel.

frontpage, persoonsgevens, Privacy

Bibtex

Article{nokey, title = {Knock Knock Who’s There? Tussenpersonen, persoonsgegevens en de kunst van het juiste evenwicht}, author = {Alberdingk Thijm, Chr. A.}, url = {https://www.ivir.nl/nl/aa_2022/}, year = {0408}, date = {2022-04-08}, journal = {Ars Aequi}, issue = {april}, abstract = {Wat te doen als je op Twitter door een anoniem profiel voor rotte vis wordt uitgemaakt? Het Nederlandse recht biedt verschillende mogelijkheden om identificerende gegevens te verkrijgen van internettussenpersonen. Maar hoe wordt de afweging met de bescherming van de persoonsgegevens van de anonymus gemaakt? Hoe verhoudt het recht op een doeltreffende voorziening in rechte zich tot het gegevensbeschermingsrecht? Het Hof van Justitie schrijft voor dat bij botsende fundamentele rechten het ‘juiste evenwicht’ moet worden gevonden. Dat blijkt de Nederlandse rechter nog niet zo eenvoudig te vinden, zo wordt duidelijk bij de bespreking van het Dutch FilmWorks-arrest in dit artikel.}, keywords = {frontpage, persoonsgevens, Privacy}, }

Data na de dood: Zwevend tussen contract en gegevensbescherming external link

Nederlands Juristenblad (NJB), iss. : 6, num: 355, pp: 396-405, 2022

Abstract

Mensen zijn zich nog weinig bewust van wat de implicaties van overlijden zijn voor het digitale bezit dat ze nalaten, terwijl iedereen hier steeds meer van heeft. Opvattingen verschillen over de mate waarin erfgenamen toegang moeten krijgen; er is nog weinig bekend over (veranderende) maatschappelijke opvattingen daarover. Omdat digitale communicatie geregeerd wordt door standaardovereenkomsten met aanbieders van informatiediensten, wordt ook de positie van erfgenamen daar primair door bepaald. Tegelijkertijd hebben veel aanbieders nog geen doordacht ‘overlijdensbeleid’ en daarbij passende voorwaarden en tools. Het lijkt tijd dat de (Europese) wetgever daar wat aan gaat veranderen. Om op kortere termijn te zorgen voor meer rechtszekerheid, zou de Nederlandse wetgever in ieder geval enkele specifieke plichten en rechten uit de AVG van toepassing kunnen verklaren op de persoonsgegevens van overleden gebruikers van informatiediensten.

digitale nalatenschap, frontpage, Privacy, Recht op gegevensbescherming

Bibtex

Article{nokey, title = {Data na de dood: Zwevend tussen contract en gegevensbescherming}, author = {van Eechoud, M. and Schumacher, L.D.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/NJB_2022_355.pdf}, year = {0214}, date = {2022-02-14}, journal = {Nederlands Juristenblad (NJB)}, issue = {6}, number = {355}, abstract = {Mensen zijn zich nog weinig bewust van wat de implicaties van overlijden zijn voor het digitale bezit dat ze nalaten, terwijl iedereen hier steeds meer van heeft. Opvattingen verschillen over de mate waarin erfgenamen toegang moeten krijgen; er is nog weinig bekend over (veranderende) maatschappelijke opvattingen daarover. Omdat digitale communicatie geregeerd wordt door standaardovereenkomsten met aanbieders van informatiediensten, wordt ook de positie van erfgenamen daar primair door bepaald. Tegelijkertijd hebben veel aanbieders nog geen doordacht ‘overlijdensbeleid’ en daarbij passende voorwaarden en tools. Het lijkt tijd dat de (Europese) wetgever daar wat aan gaat veranderen. Om op kortere termijn te zorgen voor meer rechtszekerheid, zou de Nederlandse wetgever in ieder geval enkele specifieke plichten en rechten uit de AVG van toepassing kunnen verklaren op de persoonsgegevens van overleden gebruikers van informatiediensten.}, keywords = {digitale nalatenschap, frontpage, Privacy, Recht op gegevensbescherming}, }

Annotatie bij EHRM 25 mei 2021 (Big Brother Watch e.a. / Verenigd Koninkrijk) en Hof van Justitie EU 6 oktober 2020 (La Quadrature du Net e.a. / Premier ministre e.a.) external link

Nederlandse Jurisprudentie, num: 49, pp: 6225-6237, 2021

Annotaties, frontpage, inlichtingendiensten, Persoonsgegevens, Privacy

Bibtex

Article{nokey, title = {Annotatie bij EHRM 25 mei 2021 (Big Brother Watch e.a. / Verenigd Koninkrijk) en Hof van Justitie EU 6 oktober 2020 (La Quadrature du Net e.a. / Premier ministre e.a.)}, author = {Dommering, E.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/Annotatie_NJ_2021_362.pdf}, year = {1207}, date = {2021-12-07}, journal = {Nederlandse Jurisprudentie}, number = {49}, keywords = {Annotaties, frontpage, inlichtingendiensten, Persoonsgegevens, Privacy}, }

Webharvesting external link

Abstract

Aan het volgende onderzoeksrapport ligt de doelstelling ten grondslag om te inventariseren wat juridisch, beleidsmatig en technisch nodig is om webharvesting mogelijk te maken, onder meer in de vorm van een zogenaamde nationale “domeincrawl”: het systematische kopiëren en archiveren van webpagina’s die een afspiegeling vormen van de Nederlandse sociale, culturele, economische, juridische, politieke en wetenschappelijke geschiedenis online.

Auteursrecht, erfgoed, frontpage, Informatierecht, Privacy, webharvesting

Bibtex

Report{nokey, title = {Webharvesting}, author = {Senftleben, M. and van Gompel, S. and Helmond, A. and Schumacher, L.D. and Ausloos, J. and van Hoboken, J. and Quintais, J.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/Webharvesting_WODC.pdf}, year = {1125}, date = {2021-11-25}, abstract = {Aan het volgende onderzoeksrapport ligt de doelstelling ten grondslag om te inventariseren wat juridisch, beleidsmatig en technisch nodig is om webharvesting mogelijk te maken, onder meer in de vorm van een zogenaamde nationale “domeincrawl”: het systematische kopiëren en archiveren van webpagina’s die een afspiegeling vormen van de Nederlandse sociale, culturele, economische, juridische, politieke en wetenschappelijke geschiedenis online.}, keywords = {Auteursrecht, erfgoed, frontpage, Informatierecht, Privacy, webharvesting}, }

Evaluatie PNR Wet external link

Irion, K., Es, R. van, Meeren, K. van der & Dijkman, D.
2021

Abstract

Op 18 juni 2019 is de Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven (PNR-wet) in werking getreden. Deze wet verplicht de luchtvaartmaatschappijen om passagiersgegevens van elke vlucht die in Nederland vertrekt of aankomt te verstrekken aan de Passagiersinformatie-eenheid Nederland (Pi-NL). De Pi-NL mag krachtens deze wet verzamelde passagiersgegevens uitsluitend verwerken voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit. Met de aanname van de PNR-wet voldoet de Nederlandse wetgever aan zijn plicht om de EU-richtlijn 2016/681 (PNR-richtlijn) te implementeren. Dit onderzoek vervult de verplichting uit artikel 25 van de PNR-wet dat twee jaar na de inwerkingtreding van de wet een evaluatie dient plaats te vinden van de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Deze evaluatie is ook gericht op de naleving van de privacywaarborgen en op de verwerking van passagiersgegevens van intra-EU-vluchten. De periode waarop deze evaluatie betrekking heeft, loopt van de inwerkingtreding van de wet op 18 juni 2019 tot 5 juli 2021

evaluatie, luchtvaart, persoonlijke levenssfeer, Persoonsgegevens, Privacy, reizigers

Bibtex

Report{nokey, title = {Evaluatie PNR Wet}, author = {Irion, K. and Es, R. van and Meeren, K. van der and Dijkman, D.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/evaluatie-pnr-wet-1.pdf https://repository.wodc.nl/handle/20.500.12832/3118}, year = {1111}, date = {2021-11-11}, abstract = {Op 18 juni 2019 is de Wet gebruik van passagiersgegevens voor de bestrijding van terroristische en ernstige misdrijven (PNR-wet) in werking getreden. Deze wet verplicht de luchtvaartmaatschappijen om passagiersgegevens van elke vlucht die in Nederland vertrekt of aankomt te verstrekken aan de Passagiersinformatie-eenheid Nederland (Pi-NL). De Pi-NL mag krachtens deze wet verzamelde passagiersgegevens uitsluitend verwerken voor het voorkomen, opsporen, onderzoeken en vervolgen van terroristische misdrijven en ernstige criminaliteit. Met de aanname van de PNR-wet voldoet de Nederlandse wetgever aan zijn plicht om de EU-richtlijn 2016/681 (PNR-richtlijn) te implementeren. Dit onderzoek vervult de verplichting uit artikel 25 van de PNR-wet dat twee jaar na de inwerkingtreding van de wet een evaluatie dient plaats te vinden van de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk. Deze evaluatie is ook gericht op de naleving van de privacywaarborgen en op de verwerking van passagiersgegevens van intra-EU-vluchten. De periode waarop deze evaluatie betrekking heeft, loopt van de inwerkingtreding van de wet op 18 juni 2019 tot 5 juli 2021}, keywords = {evaluatie, luchtvaart, persoonlijke levenssfeer, Persoonsgegevens, Privacy, reizigers}, }

Protecting Individuals Against the Negative Impact of Big Data: Potential and Limitations of the Privacy and Data Protection Law Approach external link

Oostveen, M.
0101, Series: Information Law Series, ISBN: 9789403501314

Big data, Kluwer Information Law Series, Privacy

Bibtex

Book{ILS42, title = {Protecting Individuals Against the Negative Impact of Big Data: Potential and Limitations of the Privacy and Data Protection Law Approach}, author = {Oostveen, M.}, year = {0101}, date = {2018-01-01}, keywords = {Big data, Kluwer Information Law Series, Privacy}, }