Keyword: Industriële eigendom
Annotatie bij Vzr. Rb. Arnhem 16 augustus 2006 ((KPN / UPC)) external link
Abstract
Gebruik van het merk van een ander in vergelijkende reclame vergt volgens deze uitspraak onderzoek naar noodzaak dat merk te noemen. Indien die noodzaak ontbreekt, is er geen sprake van een geldige reden in de zin van artikel 13a, lid 1 sub d. BNW en sprake van onrechtmatig gebruik van het merk in de zin van artikel 6:194a BW. Het simpele feit dat een adverteerder vergelijkende reclame maakt, is volgens annotator echter voldoende noodzaak om het merk van de concurrent te noemen. Afzonderlijk onderzoek naar de noodzaak is dan dus niet vereist. Een rechter die dat wel doet, zet de richtlijn op zijn kop. Dat betekent ook dat voor een afzonderlijk onderzoek naar het bestaan van een geldige reden in het merkenrecht in zaken van vergelijkende reclame geen plaats behoort te zijn.
Industriële eigendom, Merkenrecht
RIS
Bibtex
Should the objectives of the rules on unfair competition be te protection of competitors, or consumers, or of other interests? How should any conflict between these objectives be resolved? external link
Abstract
The European Directive 2005/29/EC on unfair commercial practices of May 11, 2005 regulates exclusively unfair commercial practices which are directly related to influencing a transactional decision of end-consumers and excludes all practices that are neither directed to end-consumers, nor directly influencing a transactional decision of consumers. Misleading advertising, for instance, is now judged on the basis of two different sets of regulation: the new Directive 2005/29/EC deals with "B2C"-advertising, while "B2B"-advertising has to comply with Directive 84/450/EEC. This international report, based upon contributions from eleven countries, is devoted to the question whether there are a priori two different standards for assessing unfair commercial practices. Is there one standard for consumers and another one for competitors? On the other hand, are the interests of all market participants too intertwined to allow different standards of fairness? More generally: Should the rules on unfair competition focus on the act as such - which, of course, must be seen against the background of alle circumstances, especially the target group - or should they focus primarily on the protection of the end-consumer or of competitors?
Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging
RIS
Bibtex
Moet er een nieuwe Aalberse opstaan? Oneerlijke handelspraktijken in B2B-verhoudingen (40) external link
Eerlijke handel: de beoordeling van misleidende reclame en andere oneerlijke handelspraktijken external link
Abstract
Het codificeren en harmoniseren van oneerlijk mededingingsrecht gaat niet van een leien dakje, vooral omdat de belangen van de betrokken partijen niet op één lijn zijn te krijgen. Uiteindelijk heeft de Europese Commissie besloten om vooralsnog slecht een deel van het hier bedoelde rechtsgebied te harmoniseren, te weten de bescherming van de consument tegen oneerlijke handelspraktijken. Dat is gebeurd in Richtlijn 2005/29, die vervolgens is geïmplementeerd in Nederlandse wetgeving die naar alle waarschijnlijkheid een dezer dagen in werking treedt. Die wetgeving gaat een hoop problemen opleveren, lijkt nu al vast te staan.
Industriële eigendom, Oneerlijke mededinging