Het internet: een wereldwijde vrije ruimte met begrensde staatsmacht

Abstract

Op 20 februari 2014 vroeg het kabinet de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) te adviseren over internetvrijheid. Volgens de adviesaanvraag zijn het recht op privacy, het recht op bescherming van data, het recht op vertrouwelijke communicatie en de vrijheid van meningsuiting voorbeelden van internetvrijheid. Het basisbeginsel is dat rechten die offline gelden, ook online gelden. Het ontstaan en de snelle groei van het internet hebben geleid tot nieuwe vormen van communicatie, die op hun beurt hebben geleid tot nieuwe vragen hoe deze rechten gewaarborgd kunnen worden, mede omdat deze rechten soms moeten worden afgewogen tegen veiligheidsbelangen. Het kabinet legt aan de AIV de vraag voor hoe internetvrijheid verder bevorderd kan worden in nationaal en internationaal beleid, hoe ver de Nederlandse jurisdictie strekt en wat de rol van het bedrijfsleven is bij het bevorderen van internetvrijheid.
De AIV heeft een gecombineerde commissie ingesteld om dit advies voor te bereiden onder voorzitterschap van prof.mr. E.J. Dommering (Commissie Mensenrechten, CMR). De leden van de commissie waren mw.mr. dr. B.T. van Ginkel (Commissie Vrede en Veiligheid, CVV), mw. prof.dr. M. de Goede (CVV), prof.dr. E.J. Koops (CMR), mw. dr. P.C. Plooij-van Gorsel (AIV / Commissie Europese Integratie) en mw. mr. H.M. Verrijn Stuart (AIV / CMR).

Grondrechten

Bibtex

Report{nokey, title = {Het internet: een wereldwijde vrije ruimte met begrensde staatsmacht}, author = {Dommering, E.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/1472.pdf}, year = {0106}, date = {2015-01-06}, abstract = {Op 20 februari 2014 vroeg het kabinet de Adviesraad Internationale Vraagstukken (AIV) te adviseren over internetvrijheid. Volgens de adviesaanvraag zijn het recht op privacy, het recht op bescherming van data, het recht op vertrouwelijke communicatie en de vrijheid van meningsuiting voorbeelden van internetvrijheid. Het basisbeginsel is dat rechten die offline gelden, ook online gelden. Het ontstaan en de snelle groei van het internet hebben geleid tot nieuwe vormen van communicatie, die op hun beurt hebben geleid tot nieuwe vragen hoe deze rechten gewaarborgd kunnen worden, mede omdat deze rechten soms moeten worden afgewogen tegen veiligheidsbelangen. Het kabinet legt aan de AIV de vraag voor hoe internetvrijheid verder bevorderd kan worden in nationaal en internationaal beleid, hoe ver de Nederlandse jurisdictie strekt en wat de rol van het bedrijfsleven is bij het bevorderen van internetvrijheid. De AIV heeft een gecombineerde commissie ingesteld om dit advies voor te bereiden onder voorzitterschap van prof.mr. E.J. Dommering (Commissie Mensenrechten, CMR). De leden van de commissie waren mw.mr. dr. B.T. van Ginkel (Commissie Vrede en Veiligheid, CVV), mw. prof.dr. M. de Goede (CVV), prof.dr. E.J. Koops (CMR), mw. dr. P.C. Plooij-van Gorsel (AIV / Commissie Europese Integratie) en mw. mr. H.M. Verrijn Stuart (AIV / CMR).}, keywords = {Grondrechten}, }