Annotatie bij Vzr. Rb. Arnhem 16 augustus 2006 ((KPN / UPC))

Abstract

Gebruik van het merk van een ander in vergelijkende reclame vergt volgens deze uitspraak onderzoek naar noodzaak dat merk te noemen. Indien die noodzaak ontbreekt, is er geen sprake van een geldige reden in de zin van artikel 13a, lid 1 sub d. BNW en sprake van onrechtmatig gebruik van het merk in de zin van artikel 6:194a BW. Het simpele feit dat een adverteerder vergelijkende reclame maakt, is volgens annotator echter voldoende noodzaak om het merk van de concurrent te noemen. Afzonderlijk onderzoek naar de noodzaak is dan dus niet vereist. Een rechter die dat wel doet, zet de richtlijn op zijn kop. Dat betekent ook dat voor een afzonderlijk onderzoek naar het bestaan van een geldige reden in het merkenrecht in zaken van vergelijkende reclame geen plaats behoort te zijn.

Industriƫle eigendom, Merkenrecht

Bibtex

Case note{nokey, title = {Annotatie bij Vzr. Rb. Arnhem 16 augustus 2006 ((KPN / UPC))}, author = {Kabel, J.}, url = {http://www.ivir.nl/publicaties/download/annotatie_ier_2006_5.pdf}, year = {0525}, date = {2007-05-25}, journal = {IER}, number = {5}, abstract = {Gebruik van het merk van een ander in vergelijkende reclame vergt volgens deze uitspraak onderzoek naar noodzaak dat merk te noemen. Indien die noodzaak ontbreekt, is er geen sprake van een geldige reden in de zin van artikel 13a, lid 1 sub d. BNW en sprake van onrechtmatig gebruik van het merk in de zin van artikel 6:194a BW. Het simpele feit dat een adverteerder vergelijkende reclame maakt, is volgens annotator echter voldoende noodzaak om het merk van de concurrent te noemen. Afzonderlijk onderzoek naar de noodzaak is dan dus niet vereist. Een rechter die dat wel doet, zet de richtlijn op zijn kop. Dat betekent ook dat voor een afzonderlijk onderzoek naar het bestaan van een geldige reden in het merkenrecht in zaken van vergelijkende reclame geen plaats behoort te zijn.}, keywords = {Industriƫle eigendom, Merkenrecht}, }