Niet Bern maar Brussel: assimilatie en reciprociteit tussen RAAP en VITRA download

Auteursrecht, iss. : 2, pp: 67-76, 2023

Abstract

De vraag hoe traditionele reciprociteitsbepalingen uit het internationale auteursrecht uitgelegd moeten worden in het licht van EU recht treedt bij vlagen op de voorgrond. Nadat het HvJ EU met het RAAP/PPI-arrest een golf van onrust door het muzieklandschap veroorzaakte, krijgt het binnenkort de gelegenheid om zich uit te spreken over reciprociteit bij vormgeving. De Hoge Raad gaat in het geschil Kwantum/Vitra Collections prejudiciële vragen stellen. Mogen lidstaten artikel 2(7) van de Berner Conventie op eigen houtje toepassen, of is het deels of geheel aan de EU om te bepalen of werken van toegepaste kunst van buiten de EU gelijke behandeling verdienen? Deze bijdrage beziet die vraag vanuit het perspectief van intellectuele eigendom als fundamenteel recht, de uitdijende bevoegdheid van de EU en in het licht van aankomende wijzigingen in het Europese modellenrecht.

Auteursrecht, Intellectuele eigendom, kunst, modellenrecht, reciprociteit, vormgeving

Bibtex

Article{nokey, title = {Niet Bern maar Brussel: assimilatie en reciprociteit tussen RAAP en VITRA}, author = {van Eechoud, M.}, url = {https://www.ivir.nl/publications/niet-bern-maar-brussel-assimilatie-en-reciprociteit-tussen-raap-en-vitra/auteursrecht_2023_2/}, year = {2023}, date = {2023-05-23}, journal = {Auteursrecht}, issue = {2}, abstract = {De vraag hoe traditionele reciprociteitsbepalingen uit het internationale auteursrecht uitgelegd moeten worden in het licht van EU recht treedt bij vlagen op de voorgrond. Nadat het HvJ EU met het RAAP/PPI-arrest een golf van onrust door het muzieklandschap veroorzaakte, krijgt het binnenkort de gelegenheid om zich uit te spreken over reciprociteit bij vormgeving. De Hoge Raad gaat in het geschil Kwantum/Vitra Collections prejudiciële vragen stellen. Mogen lidstaten artikel 2(7) van de Berner Conventie op eigen houtje toepassen, of is het deels of geheel aan de EU om te bepalen of werken van toegepaste kunst van buiten de EU gelijke behandeling verdienen? Deze bijdrage beziet die vraag vanuit het perspectief van intellectuele eigendom als fundamenteel recht, de uitdijende bevoegdheid van de EU en in het licht van aankomende wijzigingen in het Europese modellenrecht.}, keywords = {Auteursrecht, Intellectuele eigendom, kunst, modellenrecht, reciprociteit, vormgeving}, }

Niet zomaar een slapstick: Charly & Chaplin en het verval van auteursrecht op modellen external link

van Gompel, S.
AMI, num: 2, pp: 69-79, 2017

Abstract

Het regime van de Eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen en modellen (BTMW) ligt al ver achter ons, maar de vraag of het auteursrecht op modellen waarvoor in het verleden geen ‘instandhoudingsverklaring’ is afgelegd, geacht moet worden blijvend te zijn vervallen of te zijn herleefd houdt de gemoederen nog altijd bezig. Dit artikel analyseert aan de hand van de Montis/Goossens-jurisprudentie of het oude vereiste van een instandhoudingsverklaring in overeenstemming is met internationaal en Europees recht, welke implicaties dat heeft voor het kunnen inroepen van auteursrechtelijke bescherming in Nederland en op welke termijn van bescherming de betrokken werken dan aanspraak hebben. Geconcludeerd wordt dat de lijn die thans in de jurisprudentie is ingezet onverenigbaar is met internationaal recht.

Auteursrecht, frontpage, internationaal recht, modellenrecht

Bibtex

Article{vanGompel2017b, title = {Niet zomaar een slapstick: Charly & Chaplin en het verval van auteursrecht op modellen}, author = {van Gompel, S.}, url = {https://www.ivir.nl/publicaties/download/AMI_2017_2.pdf}, year = {0523}, date = {2017-05-23}, journal = {AMI}, number = {2}, abstract = {Het regime van de Eenvormige Beneluxwet inzake tekeningen en modellen (BTMW) ligt al ver achter ons, maar de vraag of het auteursrecht op modellen waarvoor in het verleden geen ‘instandhoudingsverklaring’ is afgelegd, geacht moet worden blijvend te zijn vervallen of te zijn herleefd houdt de gemoederen nog altijd bezig. Dit artikel analyseert aan de hand van de Montis/Goossens-jurisprudentie of het oude vereiste van een instandhoudingsverklaring in overeenstemming is met internationaal en Europees recht, welke implicaties dat heeft voor het kunnen inroepen van auteursrechtelijke bescherming in Nederland en op welke termijn van bescherming de betrokken werken dan aanspraak hebben. Geconcludeerd wordt dat de lijn die thans in de jurisprudentie is ingezet onverenigbaar is met internationaal recht.}, keywords = {Auteursrecht, frontpage, internationaal recht, modellenrecht}, }